Einde tijdelijke huurcontracten, wetsvoorstel aangenomen
Het wetsvoorstel om huurders beter te beschermen is door de Eerste Kamer aangenomen. De fracties van GroenLinks-PvdA, OPNL, SGP, D66, CDA, Volt, PVV, SP, PvdD, ChristenUnie en 50PLUS stemden voor het wetsvoorstel. Het belangrijkste onderdeel daarvan is het terugdraaien van de mogelijkheid van tijdelijke huurcontracten. De Tweede Kamer nam het voorstel in het voorjaar al aan. Met het aannemen van de wet door beide Kamers wordt een huurcontract voor onbepaalde tijd weer de norm. Tijdelijke verhuur blijft mogelijk onder specifieke voorwaarden. De wet gaat alleen gelden voor nieuwe contracten.
Wetsvoorstel tegen tijdelijke huurcontracten
Het wetsvoorstel tegen tijdelijke huurcontracten was een initiatief van Tweede Kamerleden Nijboer (Groenlinks-PvdA) en Grinwis (ChristenUnie). Zij wilden vooral de algemene huurovereenkomsten voor bepaalde tijd – oftewel tijdelijke huurcontracten – die met de Wet doorstroming huurmarkt 2015 werden geïntroduceerd, terugdraaien. Deze wijziging leidt ertoe dat verhuurders van zelfstandige woonruimte en van onzelfstandige woonruimte (zoals kamers) in de regel alleen vaste huurovereenkomsten kunnen aanbieden.
Uitzonderingen voor familie, studenten, expats
In de nieuwe wet zijn een paar uitzonderingen opgenomen. Zo mogen verhuurders nog wel tijdelijke huurcontracten aanbieden aan studenten en expats. Ook wie een tijdje naar het buitenland gaat, kan een woning tijdelijk verhuren. Daarnaast blijft tijdelijke verhuur aan naaste familieleden toegestaan.
Bron: Vastgoed Actueel
Foto: Pixabay